Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

De paragraaf lokale heffingen is een verplichte paragraaf en geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen net als de beleidsdoelstellingen hiervan.

ALGEMEEN

In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2021.

Bij gemeentelijke belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • belastingen
  • bestemmingsheffingen

Belastingopbrengsten zijn niet rechtstreeks te relateren aan bepaalde uitgaven in de begroting, terwijl dit bij bestemmingsheffingen wel het geval is.

De belastingopbrengsten waren in 2021 ongeveer 6,4% van de totale exploitatielasten. Inclusief de bestemmingsheffingen zijn de totale exploitatielasten voor ongeveer 14,1% afgedekt. In de raming was rekening gehouden met respectievelijk 7% en 16%.

BELEIDSUITVOERING EN ONTWIKKELINGEN IN 2021

Ook in 2021 was de invloed van Covid-19 op het beleid voor lokale belastingen en - heffingen groot. Daar waar opbrengsten zijn achter gebleven op de raming, verwachten we voldoende compensatie ontvangen van het Rijk (te ontvangen in 2022).
Om de verschillen tussen raming en werkelijkheid zuiver te houden, zijn de opbrengsten zonder eventuele bijdragen van het Rijk verwerkt. Op deze wijze kunnen de gevolgen vanwege covid-19 voor de opbrengst van belastingen en heffingen beter inzichtelijk worden gemaakt.

Inwoners en bedrijven zijn ondersteund door het hanteren van een terughoudend invorderingsbeleid. Daarnaast zijn middenstanders ondersteund door kwijtschelding van de precarioheffing in 2021.

KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING

Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om de kosten van heffing en invordering  van de volgende belastingen en heffingen:  onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen waren in 2021 € 195.000.
De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen is in 2021 € 14.619.200. De lasten voor heffing en invordering zijn daarmee ongeveer 1,3 % van de geraamde opbrengst.

OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN

Wettelijk is bepaald welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente heeft binnen dit kader de vrijheid om een bepaalde belasting of heffing wel of niet in te voeren. Ook mag de gemeente vaak de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen.

Onderstaand een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen met de bijbehorende opbrengsten (afgerond).

Opbrengsten belastingen, leges en heffingen

Werkelijk 2020

Begroting 2021

Werkelijk 2021

Belastingen:

Onroerende-zaakbelastingen

5.821.000

6.100.000

6.013.000

Bouwgrondbelasting

2.300

0

0

Reclamebelasting

53.000

66.000

51.000

Precariobelasting

80.000

98.000

42.000

Toeristenbelasting

72.000

81.000

82.000

Totaal belasting opbrengsten:

6.028.000

6.345.000

6.188.000

Leges en heffingen:

Leges titel 1 (burgerzaken, APV, kab en leidingen)

479.000

591.000

652.000

Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu)

1.045.000

1.004.000

1.485.000

Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen)

1.000

32.000

6.600

Marktgelden

17.000

26.000

18.000

Afvalstoffenheffing**

3.320.000

3.834.000

3.813.000

Rioolheffing

2.408.000

2.496.000

2.447.000

Lijkbezorgingsrechten

15.000

4.100

9.600

Totaal leges en heffingen

7.285.000

7.987.100

8.431.200

Totaal belastingen en leges en heffingen

13.313.000

14.332.100

14.619.200

Gemiddelde lastendruk per gezin in Best (met eigen woning)*

Belasting / heffing:

Rekening 2020

Rekening 2021

Lasten 2020 onroerende-zaakbelastingen o.b.v. een gemiddelde WOZ waarde in 2019 € 286.000

259 

Lasten 2021 onroerende-zaakbelastingen o.b.v. een gemiddelde landelijke WOZ waarde in 2020 van € 309.000 en het tarief in 2021 (0,0895%)

277

Afvalstoffenheffing

263

299

Rioolheffing

172

177

Totale lastendruk in Best

694

753  

Vergelijking lastendruk Best in 2021 ten opzichte van de landelijke lastendruk

Best

Gemiddeld

Laagst

Hoogst

758

811

598

1517

* Bron: Coelo atlas 2021, onze lastendruk wijkt met € 5 naar boven af.

Vergelijking lastendruk Best in 2021 ten opzichte van de lastendruk omliggende gemeenten

Best

Eindhoven

Nuenen

Oirschot

Son en Breugel

Veldhoven

758

664

764

748

745

671

* Bron: Coelo atlas 2021, onze lastendruk wijkt met € 5 naar boven af.

Toelichting ontwikkeling lastendruk

Uit de vergelijkingen voor 2021 blijkt dat de woonlasten in Best ten opzichte van het landelijk gemiddelde relatief laag zijn. In de Coelo atlas nemen we in 2021 qua woonlasten plek 90 in van de 352 gemeenten. Ten opzichte van de regionale gemeenten waarmee we vergelijken, liggen onze woonlasten inmiddels iets boven het gemiddelde.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de lastendruk in 2021 ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2020) uitgedrukt in een percentage. De belastingcapaciteit is: 753/776 x 100% = 97,0% (in 2020 91,9%). Als dit percentage < 100% is, is er nog ruimte om de belasting te verhogen ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Kostentoerekening en kostendekking

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.
Dit inzicht wordt gegeven in de onderstaande tabel:

Tabel kostentoerekening en kostendekking

Soort  leges

Taakveld

Directe lasten

Indirecte lasten vanuit taakveld 0.4*

Totale lasten

Totale opbrengsten

Netto   opbrengst (-/- = tekort)

% dekking van de lasten

1. Leges

Titel 1:Leges Algemene dienstverlening

Leges burgerlijke stand

0.2

17.000

9.000

26.000

28.000

2.000

108%

Leges reisdocumenten

0.2

162.000

87.000

249.000

135.000

-/- 114.000

54%

Leges rijbewijzen

0.2

85.000

44.000

129.000

131.000

2.000

102%

Leges verstrekkingen BRS

0.2

58.000

7.000

65.000

13.000

-/- 52.000

20%

Leges overige publiekszaken

0.2

78.000

19.000

97.000

85.000

-/- 12.000

88%

Leges APV*

1.2

158.000

128.000

286.000

9.000

-/- 277.000

3%

Leges leggen kabels en leidingen

3.1

171.000

43.000

214.000

251.000

37.000

117%

Totaal leges titel 1:

729.000

337.000

1.066.000

652.000

-/- 413.000

61%

Titel 2:Leges fysieke leefomgeving/omgevingsvegunning

Vergunningverlening milieu 

7.4

52.000

11.000

63.000

10.000

-/- 53.000

15%

Leges principeverzoeken

8.1

99.000

50.000

149.000

16.000

-/- 133.000

11%

Vergunningverlening ruimtelijke 

regelgeving

8.3

430.000

372.000

802.000

1.459.000

657.000

182%

Totaal leges titel 2:

581.000

433.000

1.014.000

1.485.000

471.000

146%

Titel 3: Leges Europese dienstenrichtlijn

Leges voor horeca, evenementen en overig

1.2

173.000

130.000

303.000

7.000

-/- 297.000

2%

Totaal leges titel 3:

173.000

130.000

303.000

7.000

-/- 297.000

2%

Totaal leges titel 1 t/m 3

1.483.000

900.000

2.383.000

2.144.000

-/-239.000

90%

Overige heffingen

Marktgeld

3.3

41.000

28.000

69.000

20.000

-/- 49.000

29%

Rioolheffing

7.2

2.162.000

267.000

2.429.000

2.501.000

72.000

103%

Afvalstoffenheffing

7.3

4.823.000

97.000

4.920.000

4.290.000

-/-630.000

87%

Lijkbezorgingsrechten

7.5

7.000

3.000

10.000

10.000

0

100%

Totaal overige heffingen

7.033.000

395.000

7.428.000

6.821.000

-/- 607.000

92%

Totaal heffingen / leges

8.516.000

1.295.000

9.811.000

8.965.000

-/- 846.000

92%

Toelichting bij de tabel
Bovenstaande tabel biedt inzicht in de mate waarin de werkelijke lasten, die ontstaan vanwege het heffen van leges, gedekt zijn door werkelijke opbrengsten. Zo ontstaat een indicatie over de kostendekkendheid van leges en heffingen in 2021. Bedragen zijn afgerond.

* indirecte lasten volgens begroting 2021

DOELSTELLINGEN EN BIJZONDERHEDEN WET WOZ, BELASTINGEN, LEGES EN HEFFINGEN

Hieronder worden de ontwikkelingen in 2021 voor de wet Woz, en de belangrijkste belastingen, leges en heffingen toegelicht.

Wet Woz

Vanaf 2022 wordt de WOZ-waarde voor woningen niet meer op basis van de inhoud (m3), maar op basis van de woonoppervlakte (m2). In 2021 hebben voorbereidingen in de Woz-administratie plaatsgevonden en zijn de omzettingen in de Woz-administratie gerealiseerd.

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

De OZB is voor veel gemeenten de belangrijkste inkomstenbron. Geheven wordt een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.

Voor de berekening van de OZB in 2021 wordt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2020 gebruikt. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

Toegepast beleid tarieven OZB:
De tarieven voor de OZB zijn in 2021 zijn volgens bestaand beleid aangepast aan de gemiddelde Woz-waardeontwikkeling per 1-1-2020. Hierdoor zijn de tarieven gemiddeld genomen uitsluitend met de vastgestelde index verhoogd. Individueel kunnen er uitschieters naar boven of naar beneden ontstaan als sprake is van een boven- of ondergemiddelde waardeontwikkeling van vastgoed.

Reclamebelasting

Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is ingevoerd op verzoek van een grote meerderheid van de ondernemers in het gebied. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. De gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen is belastingplichtig.

Toegepast beleid reclamebelasting:
Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. Tarieven zijn in overleg met de Stichting Centrummanagement vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten, in de vorm van een subsidie afgedragen aan de Stichting Centrummanagement Best.

Precariobelasting

De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.

Toegepast beleid precariobelasting:
Deze belasting is op grond van de wet ingezet als algemeen dekkingsmiddel voor de uitgaven in 2021.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is een algemene belasting voor overnachtingen binnen Best door niet-Bestenaren. Het gaat om overnachtingen in hotels, pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Het mogen heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.

Toegepast beleid toeristenbelasting:
Toeristenbelasting is door de wetgever aangemerkt als een algemene belasting. Een deel van de inkomsten (€ 56.000) wordt cf raadsbesluit 9 maart 2020 ingezet voor de profilering van Best.

Afvalstoffenheffing

De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Afvalstoffenheffing moet worden betaald als een perceel feitelijk wordt gebruikt én de gemeente hier op basis van de wet verplicht is huishoudelijk afval in te zamelen.
Het tarief is een vast bedrag per jaar.

Toegepast beleid tarieven afvalstoffenheffing:

De gehanteerde tarieven in 2021 gingen uit van 100% kostendekking voor de geraamde kosten. De werkelijke kostendekking in 2021 was 87%, met name vanwege hoger dan geraamde kosten afvalverwerking. Het dekkingstekort op de afvalstoffenheffing is ten laste van de egalisatiereserve afvalstoffenverwijdering en het rekeningresultaat 2021 gebracht.

In 2021 is de nota reserves en voorzieningen vastgesteld. Er is voorzien in de reservering van € 75.000 per jaar die wordt gestort in de reserve afvalverwijdering. Met deze reservering kunnen tegenvallers binnen de afvalstoffenheffing worden opgevangen.

Rioolheffing

De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Daarnaast worden ook lasten voor de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer uit de rioolheffing gedekt.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het basistarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 ten met 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.

Toegepast beleid tarieven rioolheffing:
De geraamde tarieven in 2021 gingen uit van een 100% kostendekkend tarief voor de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater.
In werkelijkheid is in 2021 een kostendekking van 103% gerealiseerd. Dit komt door lagere lasten vanwege de inzameling en het transport van afvalwater.

Deze pagina is gebouwd op 06/08/2022 12:38:31 met de export van 06/08/2022 12:26:47